Stichting Auschwitz - Inhoudstafel, samenvattingen en integrale teksten nr. 109
Driemaandelijks Tijdschrift (1982-2008)

Bestelling van het volledige nummer

 

 

Editoriaal: In progress (pdf)

 

Dossier: Twintigste-eeuwse oorlogen en genociden in het stripverhaal

Gecoördineerd door Fransiska Louwagie en Daniel Weyssow

 

Fransiska Louwagie en Daniel Weyssow: Voorstelling van het themanummer (pdf)

 

I. Propaganda

Thierry Crépin: Les éditeurs de bandes dessinées en France sous l'occupation (pdf)

  • In de jaren 40 is de pers voor kinderliteratuur in Frankrijk het voornaamste medium voor de publicatie van stripverhalen. De militaire nederlaag veroorzaakte verschuivingen binnen de uitgeverswereld, zorgde voor een beperking van het verspreidingsveld, leidde tot voor een verscheuring van de productiecentra en onderwierp het stripverhaal aan de Duitse en de Vichycensuur. Geconfronteerd met deze totaal veranderde situatie nemen de Franse uitgevers zeer uiteenlopende houdingen aan, gaande van inschikkelijkheid bij de bestaande uitgevers, tot de welwillende opstelling tegenover de nieuwe tijden onder de latere starters.

 

Renée Dickason: Les bandes dessinées britanniques pendant la Seconde Guerre mondiale: effort de guerre et messages patriotiques (pdf)

  • In haar missie om 'goede burgers' te vormen stelt de propaganda alles in het werk om de geesten te verenigen en een volk te mobiliseren rond gemeenschappelijke doelstellingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leeft Groot-Brittannië onder de bedreiging van een invasie door de Duitse vijand. Opofferingen, aanpassingen aan de eisen van een periode waar blijvend schaarste heerst en deelname aan de oorlogsinspanning behoren tot de verwachtingen van de toenmalige regering. Als ludieke toemaatjes bij de radio-uitzendingen, bij de nieuwsberichten in de bioscoop of bij de krantenknipsels brengen de stripverhalen hun lezers een stukje droom en vertroosting. Het doel is hier niet de jongeren het hoofd te doen verliezen door bij hen angstgevoelens op te wekken tegenover de knevelarijen in de totalitaire regimes, maar wel hen gerust te stellen. Vermaak en opvoeding zijn de voornaamste opdrachten van het stripverhaal in oorlogstijd, dat tegelijkertijd ook een onvermijdelijke invloed
    heeft op het informeren en sturen van de opinies.

 

Kees Ribbens: Préjugés mis en images. Stéréotypes antisémites dans une bande dessinée aux Pays-Bas sous le régime national-socialiste (pdf)

  • Het blad Volk en Vaderland, dat als belangrijkste spreekbuis van de Nederlandse nationaal-socialisten de politieke overtuiging uitdroeg van de handlangers van de Duitse bezetters, publiceerde in 1942 onder meer een wekelijks stripverhaal. In de 45 uit losse episodes opgebouwde afleveringen van 'Rare, maar ware commentaren' becommentarieerde stripmaker Peter Beekman actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen.
    Zijn verbeelding van diverse vijanden verschaft inzicht in de wijze waarop het stripverhaal werd ingezet om de sterk racistisch gemotiveerde opvattingen uit te dragen in een betrekkelijk nieuwe wijze van presenteren. In dit artikel staat de vraag centraal hoe Joden met behulp van uiteenlopende stereotypen worden uitgebeeld, wat dit zegt over Beekmans kijk op Joden en wat de mogelijke impact was van zijn antisemitische beelden. Het artikel introduceert Beekmans werk in de context van de opkomende Nederlandse strip en analyseert het in deze specifieke stripvertolking zo pregnant aanwezige antisemitisme aan de hand van zes dominante thema’s.

 

 

II. Oorlogen en genociden van de twintigste eeuw

Laurence Messonnier: André Hellé, Le Livre des heures héroïques et douloureuses, 1914-1915-1916-1917-1918. L'album entre témoignage et devoir de mémoire, la guerre à hauteur d'enfant (pdf)

  • Het album van Hellé brengt een oorlogsgetuigenis volgens het door Jean Norton Cru gedefinieerde principe van zorg voor de historische waarachtigheid, zonder tierlantijntjes. De dubbele problematiek van het album bestaat enerzijds in het uitdrukken van een trauma voor een doelpubliek van kinderen en anderzijds in het bewerkstelligen van een herinneringsproces. Daarom voegt het stripverhaal officiële stemmen van de oorlogvoerende militaire staf en cryptisch polychroom beeldmateriaal samen. Intertexuele relaties bevinden zich op het voorplan terwijl het iconisch zelfcitaat verwijst naar de speelgoed-kinderpersonnages van de Boîte à joujoux en de inter-iconografie naar de prenten van L’Illustration. De gecanoniseerde representatie van de Eerste Wereldoorlog stemt overeen met wat in het collectieve geheugen wordt bewaard, maar de temporele gelaagdheid laat de auteurssubjectiviteit doorschemeren doorheen de gekozen legendes en teksten die als kader dienen voor een panoramisch beeld dat schommelt tussen primitieve kunst en animatiefilm. De op kinderen gerichte illustraties dedramatiseren het geweld om te komen tot een miniaturisering van het sublieme.

 

Isabelle Delorme: Le génocide arménien. De la reconnaissance sur la scène internationale à son émergence dans la bande dessinée: histoire d'une rencontre mémorielle (pdf)

  • De Armeense genocide (1915-1916) is slechts weinig aan bod gekomen in de negende kunst maar haar recente en steeds belangrijkere erkenning op internationaal vlak heeft zich vertaald in de publicatie van meerdere stripverhalen, uitgegeven tussen 1979 en 2010. In die albums wordt aanvankelijk de vraag naar de Armeense kwestie gesteld, vervolgens duikt de schaduw van de genocide op in de verhalen en uiteindelijk wordt de genocide brutaal uitgedrukt in tekst en beeld .

 

Yannick Malgouzou: Du récit familial au témoignage historique: Maus d'Art Spiegelman (pdf)

  • Als Art Spiegelmans Maus een succes is bij de kritiek en bij het publiek, dan is dat dankzij de rigoureuze werkwijze waarin theorie en praktijk, reflexie en vormgeving elkaar wederzijds bevragen en verrijken. De auteur heeft inderdaad een dynamische vorm geschapen die de vertelling van een individuele herinnering transformeert in vertelling van een artistieke creatie. Maar die vertelling van een moeilijk scheppingsproces transformeert zich op haar beurt in de vertelling van een mogelijke overlevering van de ervaring van de genocide. De drie vertelniveaus lopen dooreen om te tonen welke vormgevings- en communicatieproblemen inherent zijn aan de Joodse genocide en, parallel daarmee, hoe het kunstwerk deze moet overstijgen door een geheel van artistieke keuzes. Zo bouwt Spiegelman via het verhaal van zijn familie een sterk geïndividualiseerd verhaal waaraan hij een universele dimensie geeft door het gebruik van een aantal strategiën die de mogelijkheden van het stripverhaal ten volle benutten.

 

Andreas Huyssen: Des souris ou des hommes ? La question de la mimesis d'Adorno à Spiegelman (pdf)

  • Uitgaande van de vraag hoe de Shoah kan worden voorgesteld en van de flexibiliteit van het mimesis-concept, bestudeert Andreas Huyssen Maus van Art Spiegelman als een werk dat zich maximaal distantieert van de traditionele manier om een historische tragedie over te brengen. De zelfmoord van Artie’s moeder wordt in dit autobiografische werk voorgesteld als het begin van een zoektocht naar de eigen oorsprong en zet het personage ertoe aan zijn vader te ondervragen over de oorlogsjaren en de deportatie. Het mimesis-concept, waarvan Adorno zowel de banden met het beschavingsproces als de paradoxale relatie tot het Bilderverbot heeft bestudeerd, wordt hier opgevat als manier om de afstand te overbruggen tussen het onzegbare van wat de auteur/verteller wil vertellen en de noodzaak om een uitweg te zoeken uit de intense melancholie waarin hij zich bevindt. Vanuit de traditie van de Amerikaanse comics, waarvan het satirische aspect aanleunt woordspelingen als 'Mauschwitz', stelt de transpositie naar de dierenwereld de auteur in staat indirect het hoofd te bieden aan het onoverkomelijk gevoel van verlies.

 

Jonathan Haudot: Rire et Shoah: La réception de la BD Hitler=SS (pdf)

  • Omwille van de tragische omvang van de nazigenocide lijkt de Holocaust moeilijk te rijmen met humor en vormen beide een ogenschijnlijk moreel misplaatste combinatie. Toch kan men niet anders dan constateren dat talrijke joodse en niet-joodse auteurs deze catastrofe met een humoristisch prisma hebben benaderd. Dat was onder meer het geval voor Romain Gary, Edgar Hilsenrath en Roberto Benigni. In het geval van Hitler = SS, een stripverhaal van Philippe Vuillemin en Jean-Marie Gourio was de receptie in Frankrijk ongemeen hard. De uitgever en de auteurs van het album werden vervolgd en veroordeeld wegens 'racistische beledigingen' en medeplichtigheid aan 'racistische beledigingen'. Het verhaal van deze veroordeling blijft in de geschiedschrijving van het stripverhaal een onduidelijk gegeven. Deze bijdrage transcribeert en interpreteert de argumenten die in de loop van de debatten en processen naar voren werden geschoven. De studie toont en decodeert met name de drie hoofdelementen van de receptie van het boek: de manier waarop de ontstaansgeschiedenis van het album werd aangewend ter rechtvaardiging van de aangeklaagde auteurs, het gebruik van karikaturen en spotternij als locus van interpretatieve ambiguïteit, en ten slotte, de discussies betreffende de verspreidingswijze van dit stripverhaal.

 

Catherine Ojalvo: Séra face à la mémoire cambodgienne: le noir de la mémoire (pdf)

  • Kan het stripverhaal, dat a priori als een lagere kustvorm wordt beschouwd, een getuigenisrol opnemen op een manier evenwaardig met de teksten van de hand van Antelme, Kertez of Levi? Het is de validiteit van deze vraagstelling die hier zal worden bestudeerd, uitgaande van het werk van Séra, een Frans-Cambodjaans auteur van stripverhalen, maar ook schilder en beeldhouwer. We gaan met name in op Séra’s voorstelling van de genocide in drie stripverhalen, die een geheel vormen dat verschillende periodes van het Rode-Khmerregime in Cambodja vertelt. De analyse focust in het bijzonder op het gebruik van kleuren in deze stripverhalen.

 

Fabrice Picon: Les traces de l'histoire. De l'histoire dans la bande dessinée Rwanda 1994: Descente en enfer (pdf)

  • Rwanda 1994 : Descente en enfer verwerkt sporen van de complexe (factuele) geschiedenis van de Rwandese genocide in een fictief stripverhaal. De verwijzingen in de tekst betreffen zowel de Rwandese erfenis die bepalend was voor de context waarin de genocide heeft plaatsgevonden, als de betrokkenheid van Frankrijk in de 'laatste genocide van de 20ste eeuw'. Het artikel analyseert de historische toespelingen op de Rwandese genocide zoals ze worden ge(re)presenteerd in dit unieke literaire medium.

 

Vincent Marie: Loin du Rwanda: autopsie d'un génocide dans la bande dessinée. Éléments de réflexions autour de Déogratias de Stassen (pdf)

  • Van 6 april tot 4 juli 1994 bevond Rwanda zich in het oog van een genocide. Tegelijkertijd bewaarden in het Westen de media een opmerkelijk stilzwijgen. Het duurt inderdaad tot augustus vooraleer de genocide voorpaginanieuws wordt in Westerse magazines of kranten. Vandaag hebben films en stripverhalen zich het evenement eigen gemaakt en nemen zij deel aan de mediatisering en aan de herinneringsconstructie van de genocide. Waarom en in welke vorm? Kan men het lijden en de dood esthetiseren? Deze paradigmatische studie richt zich op het stripverhaal Deogratias van J.P. Stassen, dat op originele wijze de vraag stelt van de herinneringsconstructie van een traumatiserend gebeuren. In Deogratias inspireert de tekenaar zich op het genre van de reportage om de geschiedenis van de genocide op de Tutsi‘s en de sociale gevolgen ervan te vertellen. Hij kiest ervoor om zijn vertelling/reportage te focussen op het lot van een jonge Hutu. Vanuit het standpunt van het historisch onderzoek biedt de studie van het traject van deze papieren adolescent een opportuniteit tot reflectie over de werkingsmechanismen van een genocide, maar vooral ook over de verhoudingen tussen tijd en vertelling, tussen herinnering en vergeten, en tussen waarheid en subjectiviteit. Zo wordt ook licht geworpen op de rol van het stripverhaal in de herinneringsconstructie van de Rwandese genocide.

 

Yael Munk: Waltz with Bashir. A Lebanon war story: Lorsqu'un film se transforme en roman graphique (pdf)

  • Ari Folmans en David Polonsky’s Valse avec Bachir (2009) is een unieke adaptatie van een cinematografisch werk tot een stripverhaal. De strip is namelijk gebaseerd op de gelijknamige geanimeerde documentaire die een jaar eerder verscheen en meermaals werd bekroond. Hij biedt een weergave van Folmans autobiografische ervaringen als jonge Israëlische soldaat tijdens de Eerste Israëlisch-Libanese Oorlog (1982). Dit artikel stelt dat de filmmaker de adaptatie heeft aangewend om een aantal subtiele aanpassingen aan te brengen in de getuigenis over zijn traumatische ervaring.

 

 

Varias

Christiane Hess: Félix Lazare Bertrand – Dessins du camp de Neuengamme (pdf)

  • Het artikel is de samenvatting van de masterproef van de auteur. In het kamp Neuengamme maakte gevangene Félix Lazare Bertrand meer dan 100 tekeningen. De auteur bespreekt de omstandigheden waarin ze zijn gecreëerd en analyseert tevens de sociale en de communicatieve functies van die tekeningen. De diverse manieren waarop deze laatste na de oorlog werden gebruikt, zijn tevens voorwerp van controverse.

 

Claudia Feld: Image, mémoire et disparition en Argentine (pdf)

  • De gedwongen verdwijning van mensen, die onder de militaire dictatuur in Argentinië (1976-1983) een systematische praktijk was geworden, wordt beschouwd als een reeks door de strijdkrachten en veiligheidsdiensten gevoerde acties: het ontvoeren van op voorhand aangeduide mensen, het clandestien gevangenzetten en het folteren, het vermoorden en verbergen van de stoffelijke overschotten. Om geen sporen te laten van hun acties hebben de militairen de documenten die aanleiding konden geven tot beschuldiging vernield of verdonkeremaand. Er bestaat evenmin beeldmateriaal met betrekking tot de omstandigheden van de gevangenschap noch tot de clandestiene moorden. Ondanks het ontbreken van visuele documenten hebben beelden een cruciale rol gespeeld bij het representeren en laten zien van die misdaad, zowel tijdens de dictatuur als daarna. Hoewel de verdwijningen bij uitstek een gegeven vormen dat zich aan het beeld onttrekt, kregen ze in Argentinië en in de rest van de wereld bekendheid door middel van beelden. Welke waren die beelden? Wie heeft ze gemaakt? Wat is hun inzet met betrekking tot het sociale geheugen? Het artikel behandelt deze vragen aan de hand van twee recent in Argentinië verschenen werken, en gaat afzonderlijk in op de verschillende audiovisuele media: fotografie, documentaire film, fictiefilm en televisie. Op die manier wordt een aanzet gegeven tot de analyse van de complexe relatie tussen herinnering, beeld en verdwijning, zoals deze in Argentinië vorm heeft gekregen tijdens de laatste drie decennia.

 

 

Boekhandel

 

 

Terug naar de lijst van tijdschriften

Contact

Stichting Auschwitz – vzw Auschwitz in Gedachtenis
Wolstraat 17/Bus 50 – B-1000 Brussel
  +32 (0)2 512 79 98
  info@auschwitz.be
KBO Stichting Auschwitz: 0876787354
KBO Auschwitz in Gedachtenis: 0420667323

Kantoren geopend van maandag t/m vrijdag tussen 9u30 en 16u30.
Raadpleging ter plaatse enkel op afspraak.

fbytininstagram logo

Lid worden

Wilt u lid worden van de vzw Auschwitz in Gedachtenis, deelnemen aan haar activiteiten of gewoon haar werking ondersteunen, contacteer ons en stort € 40 op rekeningnummer IBAN: BE55 3100 7805 1744 – BIC: BBRUBEBB.
Elke gift van meer dan € 40 geeft recht op een belastingvermindering in België.

Schrijf in

op onze nieuwsbrief in het Nederlands
captcha 
Ik ga akkoord met Privacy beleid
De website van vzw Auschwitz in Gedachtenis en van de Stichting Auschwitz maakt gebruik van cookies om het surfen op de site te vergemakkelijken en om bepaalde functies toe te laten. Door de website verder te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.