Vzw Auschwitz in Gedachtenis organiseerde een studiedag getiteld “De transitkampen in Europa onder het nazisme”, op donderdag 23 oktober 2014, in de Koninklijke Bibliotheek van België.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in alle bezette landen kampen opgericht waar mensen, voornamelijk Joden, Roma en Sinti heen werden gebracht na hun aanhouding. Van daaruit zouden ze later gedeporteerd worden naar de kampen in het oosten en meestal snel vermoord. Er bestaat veel onderzoek over deze “voorkamers van de dood”, maar toch is het grote publiek niet goed op de hoogte van hun bestaan en van de praktijken die er gaande waren.

De transitkampen werden opgericht in stedelijke gebieden. Zo is Kazerne Dossin gelegen in het kleine stadje Mechelen in België; Drancy lag midden in de voorsteden van Parijs. Een satellietkamp van Drancy werd opgericht aan de stadsgrenzen van Pithiviers, een ander in Beaune La Rollande tussen Parijs en Orléans. In Italië lag Fossoli op zes kilometer van Carpi. In Nederland werd het kamp Westerbork gebouwd op ongeveer vijftien kilometer van de gelijknamige stad.

Tijdens de studiedag werd we de interne organisatie en het leven in de kampen belicht – het ging er vaak al even brutaal aan toe als in de concentratiekampen. Erbarmelijke hygiëne en voedselschaarste dreven de geïnterneerden tot wanhoop. Iedereen leefde in angst voor het volgende konvooi.

Hoe was het leven in een doorgangskamp in afwachting van deportatie naar Auschwitz, Sobibor, Treblinka, Mauthausen? Hoe kwamen de gevangenen aan hun eind? Was er nog een andere weg dan de deportatie? Wie beheerde deze kampen? Hoe werden deze kampen voorgesteld en welk beeld hebben we van deze plekken bewaard?

Historici, specialisten van de beeldvorming en getuigen werden aangesproken om deze vragen te beantwoorden.

Programma (pdf)

• Vorige
• Volgende