Bestelling van het volledige nummer
Vraag om onlinepublicatie van de artikels welke nog niet op de website aanwezig zijn
Terug naar de lijst van tijdschriften
Dossier: Welke pedagogie, voor welke herinnering(en)?
Editoriaal (pdf)
S. Ernst: Transmission de masse et pédagogie de la Shoah : nouveaux enjeux (pdf)
- Van zodra de herinnering aan de Shoah centraal gaat staan in de cultuur, veronderstelt de kwestie van de overdracht naar de jonge generaties een beleid vanwege de schoolinstellingen. Ondertussen wordt het debat over de opvoeding vertroebeld met andere inzetten met name sociale rechtvaardigheid of structuurhervormingen. Daarom hebben de verenigingen die zich met de herinnering bezighouden, en de musea met een memoriaalopdracht een voortrekkers rol gespeeld in vergelijking met de school als instelling. Toch dient de school haar verantwoordelijkheid op een autonome manier te nemen. Ze zou met name een aantal pedagogische aanpakken moeten herevalueren die zich destijds los van elk debat gevestigd hebben, aanpakken die men in vraag kan stellen door terug te keren naar de jaren 1990, het kantelmoment naar de massa-overdracht, met de risico’s eigen aan elke massificatie. Sommige instrumentele keuzes zijn ondertussen 'best practices' geworden, zoals het optreden van een getuige in de klas, de reis naar Auschwitz, de identificatie met jonge slachtoffers. Wat zijn hiervan de vooronderstellingen en de reële effecten? Het moment is aangebroken om de reflectie open te trekken over de adequatie tussen de doelstellingen en de methodes en te innoveren in de lerarenopleiding door zich te richten op instrumenten met meer betrokkenheid en die ruimte laten voor een debat over de fundamentele problemen.
M. Eckmann en C. Heimberg: Quelques constats à propos de la transmission scolaire de la Shoah en Suisse (pdf)
- Dit artikel brengt verslag uit over een enquête bij Zwitserse leraren over de voorwaarden van de overdracht van de geschiedenis van en de herinnering aan de Shoah. De enquête gaat uit van vragen over de didactiek van de geschiedenis en de sociale representaties. De basis zijn vertelinterviews. De leraren blijken veeleisend te zijn ten opzichte van zichzelf en gebruiken graag de vergelijking met ander genocides, maar zonder altijd hun praktijk te verbinden met de overwegingen van de onderzoekers.
- In juli 2008 had in Yad Vashem (Israël) de 6de internationale conferentie gewijd aan het onderwijs van de Shoah plaats. Er kon een sterke aanwezigheid vastgesteld worden uit de Angelsaksische wereld, uit de Spaanssprekende landen evenals uit landen van Oost-Europa. Voor die laatste is het onderwijs van de Shoah een van de sleutelelementen in de democratisering. Tijdens de verschillende dagen van dit groots opgezette evenement werd een dubbele tendens voelbaar: enerzijds een politiek vertoog dat sterk de band tussen Israël en de voortzetting van de herinnering aan de Shoah herbevestigt; anderzijds een sterke universalistische oriëntering gebaseerd op de noodzaak uit de vertogen over de uniciteit los te geraken.
J.-F. Forges: La mise en place de l'enseignement de la Shoah en Espagne, à Madrid (pdf)
- Sedert 2006 heeft de Spaanse regering de noodzaak erkend van het onderwijs over de Shoah. Plechtigheden en colloquia zijn op elkaar gevolgd om aan de joodse Spanjaarden hun plaats terug te schenken. Historici, juristen, weggevoerden namen er aan deel, soms in aanwezigheid van de koning zelf. De intrede van de Shoah in de schoolprogramma’s op historisch en moreel vlak ging gepaard met een intense theoretische reflectie. Voor het eerst werden ook pedagogische en historische reizen georganiseerd naar de plaatsen van de herinnering aan de Shoah.
J. Alonso Carballès: Le bombardement de Guernica dans les manuels d'histoire de l'enseignement secondaire en France (1946-2006)
- Schoolhandboeken zijn onmisbare pedagogische instrumenten in de overdracht van de geschiedenis en de herinnering naar jonge leerlingen van alle generaties. Het artikel analyseert de plaats die het bombardement van Guernica krijgt in het Franse secundair onderwijs in 27 handboeken gepubliceerd tussen de 2de Wereldoorlog en 2006.
F. Sessi: Éléments pour une réflexion sur la présence de la Shoah dans les écoles italiennes
-
In de jaren 1980 voorzagen heel weinig universitaire opleidingen in hun programma hedendaagse geschiedenis cursussen over de exterminatie van de Joden, het nazisme, het fascisme. Het zal tot 1996 duren voor de geschiedenis van de 20ste eeuw in Italië gaat deel uitmaken van de schoolprogramma’s. In 2000 echter stelt een wet de “dag van de herinnering” in. Sindsdien zien we een versnelling buiten verhouding van initiatieven activiteiten en projecten over de herinnering.
In de jaren 1980 voorzagen heel weinig universitaire opleidingen in hun programma hedendaagse geschiedenis cursussen over de exterminatie van de Joden, het nazisme, het fascisme. Het zal tot 1996 duren voor de geschiedenis van de 20ste eeuw in Italië gaat deel uitmaken van de schoolprogramma’s. In 2000 echter stelt een wet de 'dag van de herinnering' in. Sindsdien zien we een versnelling buiten verhouding van initiatieven activiteiten en projecten over de herinnering.
A. Nader: Histoire locale : Réflexion et travail de mémoire, une éducation pour la démocratie ? (pdf)
G. Van Cauwenberge: Le documentaire belge contemporain saisi par la pédagogie de la Shoah : Modus operandi
- Hoe bekijkt de hedendaagse documentaire de kwestie van de pedagogie van de Shoah? Wat is er in het nabije verleden veranderd in de manier waarop de didactische documentaire de herinnering aan het gebeuren meent te moeten overdragen aan de jongeren? Het artikel steunt op een documentaire die in maart 2008 is uitgekomen, Modus Operandi, en bakent wijzigingen af zowel in de historische benadering van de gebeurtenis als in de filmische representatiewijzen. Om te beginnen benadert Modus Operandi het gebeuren vanuit een nationale invalshoek en bewerkstelligt de film een verschuiving van de weergave van de herinnering aan de kampen naar de studie van het proces van de wegvoering en naar het onderzoek van de verantwoordelijkheid van de Belgische overheden in de vervolging van de Joden in België. Ook beperkt de film zich niet meer tot het overdragen van een bepaalde historische kennis. Hij nodigt integendeel uit tot reflectie over de filmische schriftuur van de geschiedenis. En tenslotte zet de film zich af tegen een pedagogische werkwijze die vandaag eerder problematisch wordt gevonden, en die erin bestaat adolescenten bloot te stellen aan schokkende beelden om hen zich te laten bewust worden van de horror van de genocide.
J.-F. Bossy: L’exemplarité fragile de la transmission scolaire de la mémoire de la Shoah (pdf)
- Het onderwijs van de Shoah laat vandaag, in Frankrijk en elders zeer duidelijk de broosheid van de school als instelling in haar taak van overdracht zien. De vorderingen op het gebied van de wetenschappelijke kennis houden een aantal onoverdachte uitgangspunten in stand, doordat ze sterk gebonden blijven aan een definitorische, classificerende en comparatistische benadering van de Shoah.
Y. Thanassekos: Transmettre l'histoire et la mémoire des crimes et génocides nazis. Connaissance du passé et critique du présent (pdf)
- De overdracht van de herinnering aan 'Auschwitz' is niet zo maar de overdracht van iets wat reeds vastligt. Zij veronderstelt dat men zin en betekenis geeft aan datgene wat men wil overdragen. Er zijn slechts weinig historische onderwerpen waarbij een overdracht met respect voor de complexiteit van de gebeurtenis (plicht tot geschiedenis) zo ver uiteenligt van de verplichtingen en de grenzen inherent aan elke pedagogie (plicht tot herinnering). Hoe deze moeilijkheden overwinnen zonder te vervallen in gevaarlijke simplificaties en of mystificaties? Vanuit een opvoedkundig standpunt heeft de ervaring van Auschwitz slechts zin indien zij ons in staat stelt tot een onbelemmerde kritiek op het hedendaagse gebeuren.
Varias
E. Ruffini, S. Scarrocchia: Auschwitz, Bloc 21. L’histoire d'un mémorial à défendre
- Anders dan de andere nationale paviljoenen op de site van Auschwitz 1 heeft Italië in 1980, na jarenlange rijping, zichzelf een paviljoen gegeven waarvan de basis een kunstwerk is. Het gekozen uitgangspunt was dat dat werk zich ver van de documentaire typologieën zou houden. Enkele grote namen uit de 20ste eeuwse cultuur namen deel: Lodovico Belgiojoso en de studio BBPR, Nelo Risi en Mario Samonà, Primo Levi en Luigi Nono. Maar het paviljoen werd lange tijd verwaarloosd en loopt het gevaar genormaliseerd te worden. Zodoende zou het zijn artistieke dimensie verliezen om plaats te ruimen voor een herinneringsconstructie gebaseerd op documentatie en niet op scheppende verbeelding.
R. Heyman: Sociologische verklaringsmodellen voor genocide. Twee casestudies : de Holocaust en Rwanda (pdf)
- Vanuit de vaststelling dat genocide nog niet tot het verleden behoort, werd aan de hand van de Holocaust en de Rwandese genocide in 1994 onderzocht in welke mate sociologische verklaringen voor genocide een gemeenschappelijke basis hebben. Daartoe werden intentionalistische en functionalistische verklaringen met elkaar vergeleken. Ondanks dat er geen basisverklaringen voor genocide naar voor kwamen, kan gesteld worden dat er terugkerende elementen aanwezig zijn in de verschillende verklaringen voor de Holocaust en de Rwandese genocide. Omdat slechts twee genociden onderzocht werden, is verdere toetsing van de validiteit van deze uitkomst noodzakelijk voor de veralgemeenbaarheid van de bevindingen.
L. Thiery: La répression de la grande grève des mineurs du Nord–Pas-de-Calais de mai-juin 1941 et le « convoi des mineurs »
- In mei 1941 breekt een staking uit in het mijnbekken Nord–Pas-de-Calais, gebied dat valt onder de Militärbefehlshaber in Belgien und Nordfrankreich. De sociale beweging die geleid wordt door de clandestiene KP, berooft Frankrijk en de bezetter van belangrijke economische hulpbronnen. Er volgt een brutale repressie. De onbekwaamheid van de Vichy – overheden om de orde te herstellen leidt tot de tussenkomst van de Oberfeldkommandantur 670 van Rijsel. Deze ontplooit een repressie met als basis een militaire rechtspraak en de internering van de agitatoren in België. De breuk in het pakt Duitsland – Sovjetunie in juni 1941 draagt er toe bij dat de visie op de agitatoren idéologisch verschuift, en loopt uit op de vorming van een deportatiekonvooi naar het kamp van Sachsenhausen. De mijnwerkers van Nord–Pas-de-Calais zitten op dat ogenblik midden in de mutaties van het systeem van de concentratiekampen. Hun wegvoering naar het binnenland van het Reich belet niet dat het repressieproces verder gaat, wat tegelijkertijd een licht werp op de praktijken en de inzetten tussen de verschillende Duitse diensten.
Terug naar de lijst van tijdschriften