Redactioneel: De herdenkingen van 2019-2020, een herinnering om behoedzaam mee om te springen (Frédéric Crahay)
Kroniek
- Film: Elser, een man die de wereldgeschiedenis had kunnen veranderen (Oliver Hirschbiegel) (Jack P. Mener)
München, 8 november 1939. Hitler ontsnapt op het nippertje aan een nieuwe aanslag. Elser is het buitengewone verhaal van een held die allesbehalve gewoon is. Het idee alleen al dat een enkele man op zijn eentje, op een haar na, de loop van de geschiedenis had kunnen veranderen en de 60 miljoen doden van de Tweede Wereldoorlog had kunnen vermijden, overstijgt ons bevattingsvermogen. Zijn naam: Georg Elser, een naam die je makkelijk onthoudt, maar toch was hij bijna tot de vergetelheid gedoemd. Dankzij deze nieuwe docufictie (2015) van Oliver Hirschbiegel, de Duitse regisseur van Der Untergang (2004), heeft hij nu een vaste stek in de eregalerij der groten.
- Film: Paradise (Andrei Konchalovsky) (Brecht Capiau)
Paradise is een Russische film van Andrei Konchalovsky uit 2016. In de rolprent geven drie personages, tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog, hun eigen interpretatie aan het begrip ‘Paradijs’. Naast een bespreking onderzoeken we ook kort in welke mate we de thematiek van het epische gedicht Paradise Lost van de zeventiende-eeuwse Engelse dichter John Milton kunnen toepassen op de film.
- Theaterstuk: Laboratoire Poison (Adeline Rosenstein) (Agnès Graceffa)
Als overleven impliceert dat je je menselijkheid verliest en afziet van morele voorschriften, wat moet je dan kiezen: de dood of de schande? Hoe moet je iemand zien die opteert om te overleven tegen elke prijs? Hoe leef je, wanneer je redding te danken is aan een sluw of schaamteloos gedrag, aan verraad? Een groep verzetslieden begint een clandestiene strijd. De vastberadenheid van hun engagement wordt zwaar op de proef gesteld door meedogenloze vergeldingsacties. Bepaalde informatie die wordt prijsgegeven, leidt tot massale arrestaties. Wat is de prijs van de stilte, wat is de prijs van de list? Is er een alternatief tussen verraad en zijn eigen doodvonnis? Een theaterstuk, geïnspireerd op het werk van Jean-Michel Chaumont, Survivre à tout prix [Overleven tegen elke prijs], waarin de eer wordt bevraagd van degenen die de onderdrukking hebben overleefd en meer bepaald de gefolterde verzetslieden en de overlevenden van de Holocaust.
- Boek: 1942 Het jaar van de stilte (Herman Van Goethem) (Prof. dr. A. Vanneste)
Vergeet alles wat je weet over het verloop van de Tweede Wereldoorlog, over Auschwitz en over D-Day. En lees dan het boek van Herman Van Goethem. Zijn 1942 Het jaar van de stilte zal ervoor zorgen dat het inderdaad stil wordt in en rondom jou … Het boek spoort over drie hoofdlijnen. Allereerst en voornamelijk de Jodenvervolging in en -deportatie vanuit Antwerpen, vervolgens de bewezen medewerking van burgemeester Leo Delwaide en een aantal voorname pionnen van het Antwerps stadsbestuur en van de politie, en tenslotte het feit dat de houding van het Antwerps stadsbestuur, de Belgische regering in Londen en eigenlijk ook de buitenlandse actoren ten aanzien van de mogelijke afloop van de oorlog einde 1942 zal keren. Uiteraard vloeien deze drie lijnen in elkaar.
- Theaterstuk: Hatta & De Kom (Sir Duke/Orkater) (Sophie van den Bergh)
‘Het voelt alsof je op een feestje staat dat voor jou bedoeld is, maar je vóélt het niet.’ Zo zegt actrice Dionne Verwey tegen het einde van de voorstelling Hatta & De Kom, opgevoerd door Amsterdams muziektheatergezelschap Orkater/Sir Duke op 4 mei 2019, in het Nationale Theater in Den Haag. Met dat ‘feestje’ verwijst Verwey naar 4 mei, de dag waarop elk jaar in Nederland het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht. Sinds 2010 vindt na de Dodenherdenkingsceremonie in verschillende steden Theater na de Dam plaats, een stuk of honderd toneelstukken die te maken hebben met herdenking en vrijheid. Het leeuwendeel van deze voorstellingen probeert een antwoord te formuleren op de vraag wat het betekent om vandaag de dag de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, nu de laatste getuigen van die oorlog ons ontvallen.
Portfolio: De nieuwe Joodse begraafplaats van de Brackastraat in Łódź (Frédéric Crahay)
Sinds 2015 organiseert de vzw Auschwitz in Gedachtenis een studiereis over de sporen van de Holocaust in Polen. Een van de etappes is Łódź, de op twee na grootste stad van Polen. Je kunt er niet omheen: de Joodse begraafplaats, met zijn 40 hectaren de grootste van Europa, is een absolute must. Er rusten ongeveer 230 000 Joden. Gedurende de oorlog werden er ongeveer 45 000 mensen begraven, vooral uit de afdeling die sindsdien ‘veld van het getto’ heet.
Interview: Ada Chiara Zevi (onderhoud door Frediano Sessi)
Dossier: DE ERKENNING VAN DE SLACHTOFFERS
De voorbije decennia heeft de opvatting postgevat dat de slachtoffers van massamoorden onze erkenning verdienen. Ze zijn niet meer weg te denken uit onze herdenkingscultuur. Dit dossier geeft een stand van zaken en werpt een blik op het ruime spectrum aan maatregelen die een blijvende erkenning moeten waarborgen. Er zijn de eenvoudige herdenkingsmomenten, maar ook en vooral de doelgerichte juridische acties binnen de strafrechtspraak op internationaal niveau die de slachtoffers van gewelddaden voor het voetlicht brengen. Er is andermaal aandacht voor de diverse aspecten van de problematiek van de erkenning, vooral daar waar een vorm van rivaliteit tussen de slachtoffers ontstaat. Tot slot belicht het dossier de transgenerationele dimensie. Diverse thema’s maken het voorwerp uit van concrete onderzoeksdomeinen. In dit dossier komen onder andere de genocide op de Tutsi in Rwanda en de aandacht voor de slachtoffers van massamoorden in de cinematografie aan bod.
- De concurrentie onder de slachtoffers, 20 jaar later (Jean-Michel Chaumont)
Jean-Michel Chaumont gebruikte de uitdrukking “concurrentie onder de slachtoffers” voor het eerst in zijn werk uit 1997. Ondertussen behoort het tot de canon van de werken over dit thema. Na twintig jaar maakt hij de balans op. Hij begint met een nuttige schets van de historische context die heeft geleid tot die concurrentie en bespreekt vervolgens de significante sociale ontwikkelingen van de afgelopen twee decennia.
- De erkenning van de slachtoffers binnen de internationale strafrechtspraak: tussen symbolische herstelbetalingen en belangrijke rituele invloeden (Marie-Laurence Hébert-Dolbec)
Door de aanname van het Statuut van Rome in 1998 kregen de slachtoffers een formeel statuut binnen het internationale strafrecht en werden ze erkend als partij bij het proces. Ze kregen meer bepaald het recht op herstel. Toch blijkt deze erkenning in eerste instantie symbolisch, ook al heeft ze bijgedragen tot een fundamentele wijziging van het ritueel binnen de internationale rechtspraak
- De plaats van Justitie in het parcours van de erkenning van de slachtoffers van massamoorden – Overwegingen door de lens van de zevende kunst (Vincent Lefebve)
Dankzij de aanname van het Statuut van Rome in 1998 kregen de slachtoffers een specifieke plaats in de internationale processen. Tot dan waren ze enkel onopvallende getuigen geweest. In dit artikel wordt deze evolutie niet op basis van de realiteit van teksten en rechtspraak onder loep genomen, maar wel vertrekkende vanuit het beeld van de internationale rechtspraak dat in de bioscoop tot ons komt. Van een zoektocht naar erkenning voor de slachtoffers van massamisdaden is geen sprake in Judgment at Nuremberg, de baanbrekende realisatie van Stanley Kramer uit 1961, maar in de jaren 90 van de vorige eeuw richt de aandacht zich steeds vaker op de situatie van slachtoffers, aangespoord door de heropleving van het internationale project voor de strafrechtspraak. De film Sturm [Storm] van Hans-Christian Schmid (2010) mag in dat verband terecht symbolisch worden genoemd. Tussen de beide cinematografische werken ligt een halve eeuw. Uit de vergelijkende bespreking blijkt zeer duidelijk hoe de juridische context in die tijdspanne steeds weer als instrument voor politieke doeleinden werd ingezet. Judgment at Nuremberg geeft duiding bij het schrikbeeld van een gepolitiseerde rechtspraak als mogelijke hindernis voor de bestraffing van de schuldigen van de misdaden, terwijl Sturm voor het voetlicht brengt hoe politieke overwegingen de loop van het proces kunnen beïnvloeden en de erkenning van slachtoffers als dusdanig onmogelijk dreigen te maken.
- Reparation in Rwanda’s gacaca courts [Erkenning binnen de gacaca-rechtspraak in Rwanda] (Bert Ingelaere)
De Rwandese gacaca-rechtbanken die de gevolgen van de genocide op de Tutsi in 1994 behandelen, putten hun inspiratie uit het traditionele geschillenbeslechtingsmechanisme uit het gewoonterecht – gacaca –, wat zoveel betekent als “rechtspraak op het gras”, de Rwandese vorm van rechtspraak die dateert uit het prekoloniale tijdperk. Herstel was niet echt een van de doeleinden van de geactualiseerde versie van gacaca, maar toch vertoonde de moderne versie van het gacaca-systeem een aantal karakteristieken die de erkenning van en een herstel voor slachtoffers beoogden: daders moesten vergiffenis vragen en de meeste rechtszaken hadden betrekking op plunderingen en vernielingen gedurende de genocide. Het artikel is gebaseerd op jarenlang veldwerk in Rwanda en waarnemingen tijdens bijna 2 000 rechtszaken en het legt de focus op deze beide kenmerken van de rechtbanken in de praktijk. De analyse toont aan dat het verschil in perceptie van erkenning afhankelijk is van het feit of vergeving al dan niet plaatsvindt binnen een wettelijke context en burgerlijke schadeloosstelling het gevolg is van rechtspraak of bemiddeling.
Varia
- Heinrich Müller: De voortvluchtige die nooit uit Berlijn geraakte … (Bernard Krouck)
- Hindenburgs schoothondje: Hitlerbeelden in de West- en Oost-Vlaamse geschreven pers, 1923-1933 (Fabian Van Samang)
- Philipp Schmitt (1902-1950):Een criminologisch-psychologische biografie (Nancy Van Driessche)
Herinneringsplek
- Het eerste ijzeren gordijn. De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog (Prof. dr. A. Vanneste)
Boekenplank
Niet te missen