Stichting Auschwitz - Inhoudstafel, samenvattingen en integrale teksten nr. 105
Alle nummers

Bestelling van het volledige nummer

Vraag om onlinepublicatie van de artikels welke nog niet op de website aanwezig zijn

 

Terug naar de lijst van tijdschriften

 

Editoriaal: Een wet zonder herinnering (pdf)

 

Dossier: Charlotte Delbo

Gecoördineerd door Philippe Mesnard in samenwerking met Elisabetta Ruffini

 

Philippe Mesnard: Pourquoi Charlotte Delbo ? (pdf)

 

Elisabetta Ruffini: L'engagement de Charlotte Delbo : déportée, survivante et témoin
  • De reconstructie van de weg die Charlotte Delbo als vrouw heeft afgelegd stelt ons in staat de uitdagingen die haar literaire werk aangaat, te belichten. Dat ze zich in de ruimte van de literatuur begeeft, zal zich tonen als de levenskeuze van een gevecht met de geschiedenis en de vastberadenheid om de stemmen er van te laten horen. Een excursus in Delbo’s biografie biedt ook de gelegenheid voor een schets van haar poëtica, die de eigen aard van haar engagement als getuige expliciteert.

 

I. Literaire perspectieven

François Bott: La beauté des femmes, suivi de Entretien avec Charlotte Delbo du 20 juin 1975 : « Je me sers de la littérature comme d'une arme » (pdf)

 

Nicole Thatcher: Le témoignage d’une femme de lettres (pdf)

  • Het getuigenis van Charlotte Delbo is dat van een schrijfster. Haar ervaring vertelt ze niet, maar 'zegt' ze waarbij ze de traditionele vorm van de getuigenissen over de kampen omverwerpt. Doordrongen van haar bij Louis Jouvet opgedane kennis van het theater, laat ze ons het ondenkbare zien door het gebarenspel, de temporaliteit en de ruimtelijkheid van de tekst. Met de middelen van een poëtische schriftuur laat ze ons de onvoorstelbare lijdensweg van de vrouwen gevangenen en de onmenselijkheid van het systeem van de concentratiekampen 'voelen'.

 

Luba Jurgenson: L’identité narrative chez Charlotte Delbo. Un modèle choral (pdf)

  • In de loop van de verschillende sequenties van Auschwitz et après wordt een complexe herinneringsconstructie opgebouwd. Een parallelle lectuur van de trilogie en van Le convoi du 24 janvier laat een dialogische structuur zien die tot stand komt dank zij de spanning tussen de stem van de vertelster en de stemmen van de getuigen die ze oproept. Deze polyfonie weerspiegelt een gemeenschap waarin doden en levenden vereend blijven, en laat een narratieve dimensie ontstaan, die men als 'koor' kan kenschetsen, waarbinnen het individuele zijn zich in stand houdt tegenover het collectieve zijn.

 

Daniela Amsallem: La poésie dans l’œuvre de Charlotte Delbo (pdf)

  • In het werk van Charlotte Delbo neemt de poëzie een belangrijke plaats in. Haar werk voert geen scherpe scheiding tussen proza en verzen door, wat ten overstaan van de getuigenissen van andere kampoverlevenden het specifieke kenmerk vormt van haar boeken over de deportatie, in het bijzonder van de trilogie Auschwitz et après. Haar wil om de werkelijkheid van de kampen te laten 'voelen' door middel van de beelden, de stijlfiguren, de woordkeuze brengt een zeer krachtige schriftuur tot stand, met de thema’s liefde en dood, solidariteit en verlies, ontgoocheling en hoop ondanks alles.

 

II. Engagement

Cécile Godard: L’actualité politique comme source d’inspiration littéraire

  • Charlotte Delbo’s werk is meer dan haar teksten over Auschwitz. In de loop van de jaren stuwen politieke gebeurtenissen haar naar het schrijven, veelal om haar verontwaardiging te uiten. Meestal gaat het om toneelstukken (vorm die haar voorkeur geniet), want zo kan ze « op het toneel brengen » en « laten zien ». Chronologisch : In La Théorie et la Pratique verzint ze een dialoog tussen Herbert Marcuse en Henry Lefebvre over mei 1968. In augustus 1968 inspireert de intocht van de Russische tanks in Praag La Capitulation. In 1970 schildert La Sentence het proces van Burgos. In 1971 vertelt Le Coup d’État de mislukte poging om Hassan II af te zetten. Wat in Latijns Amerika gebeurt, vindt zijn uitdrukking in La Victoire était-elle possible ?, stuk dat ons naar Santiago de Chili brengt op het ogenblik van Pinochets staatsgreep, terwijl Les Folles de mai ons naar Argentinië voert.
     
    Charlotte Delbo’s werk is meer dan haar teksten over Auschwitz. In de loop van de jaren stuwen politieke gebeurtenissen haar naar het schrijven, veelal om haar verontwaardiging te uiten. Meestal gaat het om toneelstukken (vorm die haar voorkeur geniet), want zo kan ze 'op het toneel brengen' en 'laten zien'. Chronologisch: In La Théorie et la Pratique verzint ze een dialoog tussen Herbert Marcuse en Henry Lefebvre over mei 1968. In augustus 1968 inspireert de intocht van de Russische tanks in Praag La Capitulation. In 1970 schildert La Sentence het proces van Burgos. In 1971 vertelt Le Coup d’État de mislukte poging om Hassan II af te zetten. Wat in Latijns Amerika gebeurt, vindt zijn uitdrukking in La Victoire était-elle possible ?, stuk dat ons naar Santiago de Chili brengt op het ogenblik van Pinochets staatsgreep, terwijl Les Folles de mai ons naar Argentinië voert.

 

Michael Rothberg: Entre Auschwitz et Algérie : Une mémoire multidirectionnelle

  • In 1961, het jaar waarin in Jeruzalem het proces tegen Adolf Eichmann plaatsvond, publiceerde Charlotte Delbo haar eerste boek. Dit was echter niet het eerste volume van haar exemplarische trilogie Auschwitz et après maar Les Belles Lettres, een bundel brieven over de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, door Delbo voorzien van commentaar. Het artikel onderzoekt de betekenis van dit eerste en ernstig veronachtzaamde boek voor ons begrip van Delbo’s oeuvre en voor de verdere ontwikkeling van de kampgetuigenis en van de gedachtenis rond de Holocaust. Het stelt dat de folteringen, de censuur en het bestaan van gevangenkampen gedurende de Algerijnse oorlog Delbo aan het denken hebben gezet over de modaliteiten van de getuigenis en over de vorm van de publieke ruimte. Deze lezing van Delbo in de context van de Algerijnse oorlog en in dialoog met Auschwitz – eerder dan louter in relatie met de getuigenissen over de kampen – veroorzaakt een transformatie van haar plaats in de hedendaagse literaire canon. Belangrijker nog, ze dwingt ons bestaande theorieën over de getuigenis te herdenken en kan leiden tot de conceptualisering van een nieuwe theorie met betrekking tot een 'multidirectioneel geheugen', die een verklaring biedt voor de interactie tussen verschillende geschiedenissen in de publieke ruimte.

 

Foto's boekje

 

Catherine Coquio: La tendresse d'Antigone. Charlotte Delbo, un témoignage féminin (pdf)

  • Met een parallelle lectuur van Auschwitz et après, Spectres, mes compagnons en Kalavrita des mille Antigone, pak ik twee nauw verbonden kwesties aan: de tragedie als model dat Delbo met haar poëtische getuigenis beoogt en tegelijk overstijgt; het uitproberen van de gestalten van Electra en vooral Antigone om het rouwen na Auschwitz te denken: het meervoud van de 'duizend Antigone’s' dat volgt uit de nazi Wet, gooit de overgeërfde gestalte van het politieke rouwen omver, tegelijkertijd verwijzende naar de erfenis van de tragedie. Door het intieme en het collectieve, het ik en het wij, het mannelijke en het vrouwelijke, samen te knopen brengt deze door de lichamen met hun sekse bewoonde schriftuur verslag uit over een vrouwelijke subjectiviteit en een vrouwelijke lichamelijkheid. Door haar ritme en door haar zang poogt ze een andere 'grootsheid' op te wekken die niet de tragische is en waarover het gaat in het incipit van Une Connaissance inutile: 'Wij koesterden voor de mannen een grote tederheid'.

 

III. Theater

Christiane Page: Deuil et désir (pdf)

  • Bij haar terugkeer uit de deportatie en omdat, zegt ze, 'niets moet ontsnappen aan de taal' schrijft Charlotte Delbo om de herinnering te vestigen. Eerst poëzie, dan theater, waarbij het theater ontstaat uit een herschrijven van de poëzie in een zoektocht die nauw verwant is met een telkens weer oproepen van dezelfde scene van het trauma: het afscheid van de geliefde man. Dat indringen van de werkelijkheid, een onomkeerbare kanteling van een leven, wordt een centraal motief in haar werk. Getuigen daarvan niet alleen de autobiografische stukken maar ook La sentence, geschreven op het ogenblik van het proces van Burgos (1970) en Kalavrita des mille Antigone (1977). De gebruikte dramaturgische procedés maken haar werk niet alleen tot een getuige van een ogenblik waarop het ongemak in de beschaving synoniem wordt van verval, maar ook tot een zoektocht tussen ethica en esthetica.

 

Jean-Paul Dufiet: Charlotte Delbo : Qui rapportera ces paroles ?  Pathos et représentation du camp nazi (pdf)

  • Hoe gaat Charlotte Delbo in Qui rapportera ces paroles ? (1966) om met het pathos. De handeling speelt zich af in een naziconcentratiekamp. De theatervoorstelling van het kamp brengt de aanwezigheid van het pathos mee als gezegde en getoonde maat van de menselijke ervaring en ook als onmisbaar effect van de voorstelling op de toeschouwer. Maar door zijn aard zelf vraagt het concentratiekamp ook een op ethische pathos gefundeerde dramatische voorstelling. Het pathos wordt dus bewerkstelligd binnen een scenografie en een toneelspelen wars van tranerige en opgeschroefde emoties. Net de semiotische en linguïstische grenzen die Charlotte Delbo vastlegt, laten de emoties hun pragmatische daadwerkelijkheid bereiken. Zodoende rechtvaardigt en rehabiliteert dit stuk het pathos door te breken met de geringschattende commentaren en de pejoratieve connotaties die het vergezellen.

 

Magali Chiappone-Lucchesi: L’appel à l’imaginaire. Les spectres littéraires de Charlotte Delbo : de Molière à Giraudoux (pdf)

  • Van de 'Santé' naar Auschwitz, van Raisko naar Ravensbrück, van Spectres mes compagnons naar Mesure de nos jours en via Molière en Giraudoux zal Charlotte Delbo talrijke geesten frekwenteren. Deze manifesteren zich nu eens als vluchtige hallucinaties, dan weer als een – dank zij de woorden – meer formele aanwezigheid. Die literaire geesten hebben hun thuis bij Charlotte Delbo van het ogenblik van haar arrestatie tot haar terugkeer en, vooral, beïnvloeden de vorm zelf van haar schriftuur.

 

Annick Asso: Charlotte Delbo : Un théâtre à Auschwitz (pdf)

  • Charlotte Delbo heeft herhaaldelijk verteld dat ze haar toevlucht zocht tot het theater om de kracht te vinden om te overleven. In haar sterk autobiografisch getinte oeuvre, geeft het hoofdpersonage Françoise, die een dubbelgangster van de auteur lijkt te zijn, de aanzet voor theatermomenten waar de gedeporteerde vrouwen zich in hun nood aan optrekken. Volgende werken worden bestudeerd: Auschwitz et après, waar Charlotte Delbo vertelt hoe ze met haar kameraden een opvoering van Le Malade imaginaire ineen heeft gestoken in Auschwitz. Qui rapportera ces paroles ? waarin Françoise theaterfragmenten naspeelt voor haar kameraden. Het onuitgegeven stuk Les Hommes, dat een episode weergeeft uit het gevangenisleven van Charlotte Delbo voor haar deportatie naar Auschwitz en dat getuigt van de pogingen van de auteur om na haar arrestatie intellectueel en emotioneel te overleven dankzij de opvoering van een stuk van Musset, Un Caprice.

 

 

Varias

Judith Lindenberg: Giorgio Caproni et Paul Celan : deux figures poétiques du témoin après Auschwitz (pdf)

  • Giorgio Caproni en Paul Celan: twee dichters die gestalte geven aan de getuige na Auschwitz. De Italiaanse dichter Giorgio Caproni (1912-1990) schreef een dagboek dat verslag uitbrengt over zijn reis naar Polen in 1948, waarbij hij niet ingaat op zijn bezoek aan Auschwitz. Daarover gaat een artikel gepubliceerd in 1961 – ogenblik waarop met het Eichmann-proces 'het tijdperk van de getuige' begint – waarin reeds de procédés die zijn latere poëzie voorafspiegelen, aanwezig zijn. Met name de afwezige God en het gebruik van de negativiteit samen met bepaalde stijlfiguren brengen zijn poëzie in de buurt van die van Paul Celan (1920-1970) wiens werk onlosmakelijk met de genocide op de Joden verbonden is. Beiden hebben een poëtische schriftuur ontwikkeld die zich inschrijft in een weliswaar niet-thematische verhouding tot de Shoah, maar waarin dat gebeuren optreedt als punt van oorsprong van waaruit de voorwaarden van het opduiken van de taal kunnen herdacht worden.

 

Marta Marín-Dòmine: L'exposition était presque parfaite (pdf)

 

 

Terug naar de lijst van tijdschriften

Contact

Stichting Auschwitz – vzw Auschwitz in Gedachtenis
Wolstraat 17/Bus 50 – B-1000 Brussel
  +32 (0)2 512 79 98
  info@auschwitz.be
KBO Stichting Auschwitz: 0876787354
KBO Auschwitz in Gedachtenis: 0420667323

Kantoren geopend van maandag t/m vrijdag tussen 9u30 en 16u30.
Raadpleging ter plaatse enkel op afspraak.

fbytininstagram logo

Lid worden

Wilt u lid worden van de vzw Auschwitz in Gedachtenis, deelnemen aan haar activiteiten of gewoon haar werking ondersteunen, contacteer ons en stort € 40 op rekeningnummer IBAN: BE55 3100 7805 1744 – BIC: BBRUBEBB.
Elke gift van meer dan € 40 geeft recht op een belastingvermindering in België.

Schrijf in

op onze nieuwsbrief in het Nederlands
captcha 
Ik ga akkoord met Privacy beleid
De website van vzw Auschwitz in Gedachtenis en van de Stichting Auschwitz maakt gebruik van cookies om het surfen op de site te vergemakkelijken en om bepaalde functies toe te laten. Door de website verder te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.